Groenbemesters zaaien

Groenbemesters zaaien

Groenbemesters verrijken de grond door er humus en/of stikstof aan toe te voegen. Hun wortels verbeteren bovendien de structuur van de grond. U kunt ze vanaf nu tot medio augustus zaaien. Spit ze in het najaar of begin winter onder en ze veranderen in organische mest. Ideaal voor in een vrijgekomen stuk grond in de (moes)tuin, want de snelle groeiers zorgen er ook voor dat onkruid geen kans krijgt.

Kruisbloemigen
Kruisbloemige groenbemesters als bladkool, gele mosterd, raap en bladrammenas zijn goede bijenplanten, maar u kunt ze niet combineren met de teelt van koolgewassen, omdat ze gevoelig zijn voor knolvoet. Zaai ze dus niet op een perceel waar u kool wilt kweken.

Vlinderbloemigen
Groenbemesters als klaver en lupine slaan in hun wortels veel stikstof op, die ze vrijgeven wanneer u ze in het najaar onderschoffelt. U kunt ze echter niet combineren met het kweken van bonensoorten.

Grassensoorten
Rogge, Engels raaigras en Westerwolds raaigras leveren geen stikstof, maar vormen wel goede organische mest.

Andere goede groenbemesters: boekweit, bijenvoer (Phacelia) en komkommerkruid.

Tips

  • Kijk op de verpakking van de mosterd- en rammenaszaden of ze resistent zijn tegen het cystenaaltje
  • Volg de aanwijzingen op de verpakking over wanneer en hoeveel u moet zaaien
  • Een groot aantal groenbemesters kunt u ook als plant in ons tuincentrum kopen
  • Heeft u alle erwten en bonen geoogst? Snijd de planten dan vlak boven de grond af, zodat ze nog stikstof uit de lucht halen en in hun wortels opslaan. Wanneer ze afsterven geven ze dat af aan de grond; ook een vorm van groenbemesting!