Tuintips maart

Tuintips maart

Het wordt lente! Tijd om de winter weg te knippen en het prille groen en de eerste voorjaarskleuren tevoorschijn te laten komen. Toch luidt het aloude gezegde niet voor niets ‘maart roert zijn staart’. Houd vliesdoek, noppenplastic, stro en dennengroen daarom voorlopig nog bij de hand om vorstgevoelige (pot)planten mee te beschermen.

15 Tuintips voor maart

  1. Verwijder mossen van het terras en maak het tuinmeubilair schoon.
  2. Snoei hertshooi (Hypericum), vlinderstruik (Buddleja), pruikenboom (Cotinus), Hibiscus, rozen (met uitzondering van de eenmalig bloeiende soorten), siergrassen, laatbloeiende clematis en de hortensia ‘Annabelle’ en geef ze meteen mest. Tip: knip de hortensia ‘Annabelle’ tot circa 30 cm in plaats van tot 15 cm boven de grond terug voor iets kleinere bloemen op stevigere stelen, als je niet wilt dat de grote witte bloemen straks allemaal op de grond hangen.
  3. Verwijder afgestorven, dorre plantendelen, bladeren en bloemhoofden en verspreid meteen verse aarde en/of compost over borders, bakken en potten.
  4. Controleer of er klompjes geleiachtige bolletjes in de aarde van de buitenpotten zitten: dit zijn slakkeneitjes!
  5. Begin met het wegvangen van slakken en controleer buxusstruiken op de rupsen van de buxusmot.
  6. Verspreid turf aan de voet van struiken die van zure grond houden, zoals azalea’s, rodondendrons, heide, Pieris en Skimmia. Dat kun je ook bij hortensia’s doen, als je wilt dat ze blauw in plaats van roze bloeien. 
  7. Bind de ranken van uitlopende klimplanten, zoals kamperfoelie, clematis en klimroos, vast.
  8. Verticuteer en bemest het gazon. Bij zacht weer kun je ook kale plekken of een nieuw gazon inzaaien.
  9. Maak lege potten en bakken schoon en vul deze met voorjaarsbloeiers, zoals violen, vergeet-mij-nietjes, mini-irisjes en -narcissen, blauwe druifjes, madeliefjes (Bellis perennis) en primula’s.
  10. Plant, als de grond niet bevroren is en er geen kans meer is op strenge nachtvorst, vroegbloeiers als akelei, gebroken hartje (Dicentra), longkruid (Pulmonaria) en wildemanskruid (Pulsatilla).
  11. Maart is ook een goede maand voor het planten van rozen en bessenstruiken en het delen of scheuren van vaste planten die al lange tijd op dezelfde plek staan.
  12. Controleer de overwinterende kuip- en potplanten. Verwijder dor of ziek blad en kijk of ze niet uitdrogen. Laat ze regelmatig luchten. Sommige kuip- en potplanten, zoals oleander en laurier, kunnen best een paar graden nachtvorst verdragen en kunnen dus al naar buiten. Zet ze niet meteen in de volle zon, want dan kan het blad verbranden.
  13. Verpot kuip- en kamerplanten.
  14. Controleer het tuingereedschap, maak het indien nodig schoon en scherp, en ruim de schuur of garage op, zodat je alles weer weet te vinden en binnen handbereik hebt.
  15. Je kunt de vogels nog bijvoeren met vogelpindakaas, strooivoer, gemengde zaden en stukjes fruit, maar geef ze geen vetbollen en pinda’s meer. Het vet wordt snel ranzig bij hogere temperaturen en jonge vogels kunnen stikken in de pinda’s. Maak nestkasten schoon met heet water en een borstel of hang een (extra) nestkast op in het kader van ‘de week van de nestkast’, van 4 t/m 10 maart. Plaats de nestkast minstens twee meter hoog, op een beschutte, schaduwrijke plaats op het noordoosten.